Over burgemeester Harry Groen

Burgemeester Harry Groen De huidige burgemeester van Noordwijk, eind 2003 benoemd, is een hoofdpersoon in het boek ‘Kreukbaar Nederland’ van NRC-journalisten Joep Dohmen en Jos Verlaan, met als ondertitel ‘van bouwput tot beerput’.
Groen wordt in dit boek menigmaal beschuldigd van onfris optreden waaronder ‘zelfverrijking’, ‘bewuste belangenverstrengeling’ en ‘declaratieperikelen’. Dit leidde tot ontlag als wethouder van Amsterdam en ontslag als president-commissaris van sportbedrijf NV Omniworld in Almere. Wie het fijne wil weten, leze pagina 141-148 van Kreukbaar Nederland. Op de site van NRC staat nog een afbeelding van een verslag van overleg van fractievoorzitters van Groen, een brief voer het afnemen van commissariaten en een brief van het Amsterdamse college over belangenverstrengeling.

Het was, o ironie, juist de partij van de onroerend goed-ondernemers, de Lijst Pim Fortuin, die in de Tweede Kamer vragen stelde over de benoeming van Harry Groen tot burgemeester in Noordwijk:

De Lijst Pim Fortuyn vindt het onbegrijpelijk dat de heer H. Groen (VVD) op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken tot burgemeester van Noordwijk is benoemd.

De LPF acht de reputatie en integriteit van de heer Groen door affaires rond diens declaratiegedrag in Amsterdam en Almere dermate aangetast dat hij niet meer in aanmerking zou mogen komen voor een dergelijke publieke functie. In 2003 hield de bevolking van Leiden een eventuele benoeming tot burgemeester van Groen al tegen, op grond van diens kwestieuze bestuurlijke verleden. Voorzitter van de Amsterdamse afdeling van de VVD, de heer E. Sinke, sprak destijds over Groen: ‘iemand die regels ombuigt naar zijn eigen waarheid maak je geen burgemeester.”

Eerder trad Groen af als wethouder van Amsterdam, nadat het college van B en W van die stad na onderzoek de conclusie trok dat hij zich schuldig had gemaakt aan belangenverstrengeling. ‘Ongeregeldheden rond Groens declaratiegedrag betreffende het sportcomplex Omniworld in Almere leidde ertoe dat de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie hem uit zijn voorzittersfunctie onthief.”

Zie ook het artikel op Sleutelstad over deze vragen. Daaruit blijkt dat Groen een nominatie voor het burgemeesterschap in Leiden al verloor op grond van zijn reputatie.

In het antwoord van minister Remkes op de LPF-vragen was het grootste deel van de tekst bestemd voor het beschrijven van de procedure van de keuze in Noordwijk zelf: “…De vertrouwenscommissie heeft van deze beoordeling schriftelijk verslag uitgebracht aan de gemeenteraad en de commissaris. Het verslag is vergezeld gegaan van een concept-aanbeveling van twee kandidaten. Deze twee kandidaten kwamen naar het oordeel van de commissie voor benoeming in aanmerking. Op basis van het verslag van de vertrouwenscommissie heeft vervolgens de gemeenteraad de aanbeveling tot benoeming van een nieuwe burgemeester vastgesteld en openbaar gemaakt.

De gemeenteraad van Noordwijk heeft mij op 2 december 2003 deze aanbeveling toegezonden. Zoals gebruikelijk heb ik het dossier uitvoerig bestudeerd, voordat ik mijn voordracht deed. Ik heb de benoeming op 17 december 2003 bekend gemaakt.

Uit het bovenstaande kan worden afgeleid dat er geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die aan een benoeming in de weg staan. De kwalificaties in de vragen 3 en 4 heb ik dus niet tot de mijne gemaakt.”

Minister Remkes van Binnenlandse Zaken is van de VVD, dezelfde partij als Groen. Wellicht dat dit ten grondslag ligt aan de denkfout verwoord in de laatste zin van het antwoord. Het ging inde vragen Eerdmans niet om ‘kwalificaties’ maar om feiten: Groen moest aftreden in Amsterdam en bij Omniworld wegens onoirbaar gedrag.

Tegen Harry Groen is nooit aangifte gedaan en hij is niet veroordeeld door een strafrechter en kan dus verder werken in een ambtelijke loopbaan. Dat is juist. Dat echter uitgerekend een persoon met een twijfelachtige reputatie in een gemeente met een -eufemistisch uitgedrukt – zwakke bestuurscultuur en grote druk van heren met twijfelachtige reputaties aan de slag mag, is opvallend. Het is Groen zelf niet aan te rekenen, net zo min als het Bush is aan te rekenen dat hij president van de Verenigde Staten werd, of welke bestuurder ook in een democratische rechtsorde. Groen is er gekomen dankzij een democratische procedure.

Nog een citaat van oud-VVD Amsterdam voorzitter Edward Asscher in een brief aan Groen, naar aanleiding van collegeonderhandelingen in de stad destijds: “Toen stelde je definitief je eigenbelang boven het partijbelang en het is sindsdien nooit anders geweest.”

Hij verdient een kans, kan men zeggen. Maar daar hoort een zeer kritische beoordeling bij van Groens optreden. In de zaak van het bestuurlijk schandaal in Noordwijk in 2004 had Groen zich van een andere kant kunnen laten zien. Een kans voor open doel, maar hij joeg de bal hoog over het doel en, zo mogelijk, ook hoog over de tribune…

Deze publicatie dient niet om Groen het werken onmogelijk te maken, maar om gerechtvaardigde kritische zin op te wekken bij politici en ambtenaren die zijn wegen moeten volgen. Dat is goed voor Noordwijk en uiteindelijk ook voor Harry Groen.

Comments are closed