Politieke chaos

Na de publicatie van vernietigende rapporten over het gemeentelijk bestuur in Noordwijk raakten politieke partijen op drift als gevolg van de schuldvraag.

De lading van de rapporten was volgens de meerderheid van de gemeenteraad geen reden om politiek zwaarwegende maatregelen te treffen. Het hoofd van wethouder Gerard Duijndam werd (in eerste instantie) gespaard, De wethouder Ruimtelijke Ordening overleefde een motie van wantrouwen met 11 tegen 8 stemmen.

Gerard Duijndam nam in 1998, toen nog als Raadslid van Noordwijk Totaal, samen met voormalig wethouder Victor Salman het besluit om bouwlocatie Bronstgeest-Noord te verruilen voor Offem-Zuid, mogelijk met miljoenen aan schade. Deze in de rapporten geheten ‘omklap’ was het resultaat van belangenverstrengeling en achterkamertjespolitiek in onzuivere bestuurlijke verhoudingen, aldus de onderzoekscommissie onder leiding van Duijndams partijgenoot Van Ast. De financiële schade voor Noordwijk loopt mogelijk in de miljoenen.

De Progressieve Combinatie en de ChristenUnie verlieten de raadsvergadering, uit boosheid. Ze vonden dat er te weinig afstand was genomen tot de politieke malversaties zoals verwoord in de rapporten. Die gingen volgens hen door. Immers, CDA-raadslid Jan de Ridder verklaarde dat partijvoorzitter P. Warmerdam hem tijdens de vergadering van 5 mei dwong om bepaalde kritische vragen te stellen. Raadslid Mornout mocht niet vóór de motie van wantrouwen tegen Duijndam stemmen.

In het lokale Witte Weekblad liet het CDA in een ingezonden brief weten dat ze het niet eens was met de gewekte indruk dat de partij zich aan de verantwoordelijkheden heeft onttrokken. Het CDA voelt zich daar wel verantwoordelijk voor, maar schreef tegelijkertijd: “Een cultuur die de huidige CDA-generatie vreemd is en waarvan zij dan ook ruimhartig afstand neemt.”

Een deel van coalitiegenoot Noordwijk Totaal vond juist van niet. Dat leidde na de bewuste vergadering tot onenigheid in de partij over het al dan niet verdergaan met het CDA als coalitiegenoot en over de consequenties voor individuele politici. Dit leidde op 14 mei 2004 mede tot het het opstappen van Hak van Nes. Van Nes was wethouder van 1998 tot 2002 van onder meer economische zaken, en zat in het college van B&W dat volgens de onderzoeksrapporten informatie achterhield over de handel met bouwlocaties. Tegen het Leidsch Dagblad zei van Nes: “Deel uitmakend van een collegiaal besturend college van B en W heb ik daarvoor mede-verantwoordelijkheid gedragen. Daaruit trek ik nu de conclusie voor mezelf.”

Los daarvan, maar op dezelfde 14e mei, maakte CDA-fractievoorzitter Dick van Rooijen bekend af te zullen treden. Zijn reden was tegengesteld aan die van Van Nes. Van Rooijen vond dat zijn partij te hard was afgerekend door de meeste andere partijen in de gemeenteraad van Noordwijk. (Zie ook het persbericht van de gemeente.)

Wethouder weg

Op 25 mei 2004 kondigde Duijndam alsnog zijn vertrek aan. Vlak voordat een door de Progressieve Combinatie en de ChristenUnie ingediende motie van wantrouwen tegen hem in stemming zou worden gebracht, diende hij zijn ontslag in. Immers, nu tekende zich wel een meerderheid af vanwege de voorziene steun van enkele raadsleden van Noordwijk Totaal, Duijndams eigen partij. (zie ook het persbericht).

Burgemeester Groen vond het vertrek van Duijndam onnodig. Volgens Groen trof de wethouder geen bijzondere blaam daar destijds de gemeenteraad het bouwbesluit had genomen. Groen vond tegenover het Leidsch Dagblad dat besluit “…logisch en helemaal in de lijn van het Pact van Teylingen: behoud van bollengrond. Natuurlijk zijn er financiële risico’s aan die omklap verbonden, maar je rekent iemand pas af als die verliezen er werkelijk zijn. Als iedereen op basis van risico’s naar huis zou worden gestuurd, zou het heel stil worden in Nederland.”

Op 8 juni 2004 besloot raadslid Enrico Hazenoot van Noordwijk Totaal zijn partij te verlaten om als onafhankelijk raadslid verder te gaan. Leidsch Dagblad daarover: “De steun vanuit zijn fractie voor de motie van wantrouwen tegen de daarop afgetreden wethouder Duijndam en de vrijwel zekere steun voor een soortgelijke motie tegen wethouder Peter van Bockhove zijn voor hem onverteerbaar. ,,Hij heeft een aantal dingen in zijn portefeuille misschien niet helemaal correct behandeld. Maar over een motie van wantrouwen tegen je eigen wethouder moet je toch binnen je eigen fractie een debat voeren. Ik heb er geen vertrouwen meer in dat we daar een goed gesprek over kunnen hebben.”

Fractievoorzitter Van Ast van Noordwijk Totaal laakte die reden voor vertrek: “Van Ast stelt dat Hazenoot fout zit met zijn opvatting dat op grond van de rapporten geen koppen mochten rollen. Dat was niet de opzet, stelt Van Ast, maar een van de conclusies was dat bij de ‘omklap’ sprake is geweest van gemanipuleerde besluitvorming. ,,En dat kan niet in een democratie. Stel dat je als bedrijf de accountant vraagt om je boeken eens te controleren, zonder bijbedoelingen, en dan blijkt er gefraudeerd te worden. Dan heeft dat toch ook consequenties en doe je toch aangifte?”, aldus Van Ast in het Leidsch Dagblad.

Ondertussen speelt er ook een motie van wantrouwen tegen wethouder Van Bockhove die in september de steun lijkt te gaan krijgen van zijn eigen partij Noordwijk Totaal.

Comments are closed